Theo Kwanten uit Nieuwenhoorn

Verzetsstrijder Theo Kwanten

Ome Theo Kwanten en tante Lien en dochter Toos.
Dhr. Theodorus Kwanten is geboren op 8 augustus 1893 in Nieuwenhoorn en woonde met zijn gezin aan de Dorpsstraat A 104 in Nieuwenhoorn. Hij had daar, samen met zijn vrouw Lien, een winkel in manufacturen. Hij was lid van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (L.O.) en plaatselijk commandant van de Ordedienstgroep Voorne-Putten, een organisatie die voortgekomen was uit beroepsmilitairen in de mobilisatie en later de benaming Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.A.) kreeg.

Toen in het begin van december 1944 verschillende verzetsmensen uit deze streek door de Duitse Weermacht waren gearresteerd, begon de toestand voor dhr. Kwanten zeer gevaarlijk te worden. Maar als men sprak over onderduiken wilde hij daar absoluut niets van horen. Dat er iets broeide was wel duidelijk, er stond al drie dagen lang een N.S.B.-er op wacht in de buurt van zijn huis.

Op de avond van 22 december 1944, rond kwart voor acht, kwamen twee gewapende Duitse militairen aan de deur. Eén ging er achterom, waar de familie Kruik woonde en de ander ging via de voorkant. Het werd al snel duidelijk dat de heer Kruik niet de persoon was die men zocht. Jammer genoeg had de andere Duitser de heer Kwanten al gevonden. Onder bedreiging van een machinegeweer werd dochter Toos gedwongen naar achteren te gaan. Ze deed alsof ze het niet verstond en er werd een ‘tolk’ bijgehaald, dat was de dochter van de gemeentesecretaris L.Visser die moeilijk kon volhouden dat ze de Duitsers niet begreep. Gelukkig werd er verder niets gevonden want er was wel degelijk het één en ander, zoals wapens, munitie en radio’s onder het huis verborgen. Ook stond er nog een zender van de groep in huis. Boven op zolder werd er ook nog gezocht, daar had de verloofde van Toos zich verborgen. De Duitsers schenen met een zaklamp recht in zijn schuilplaats maar hij werd gelukkig niet gevonden. De heer Kwanten mocht afscheid nemen van zijn 12- jarige zoon Leo, die tijdens de inval in bed lag. Tegen zijn dochter Toos zei hei zachtjes: “Zorg goed voor je moeder en voor….”, terwijl hij naar de vloer keek waaronder de wapens verborgen lagen. Daarna werd hij meegenomen.

Het nieuws ging als een lopend vuurtje door het dorp. Was er verraad in het spel? Men zou het nooit weten. Wel is het zeker dat veel dorpsgenoten wisten dat er naar Radio Oranje geluisterd werd. Op kerstavond werd er door diezelfde dorpsgenoten een rij gevormd en werden radio’s, wapens en munitie uit het huis gehaald en veilig gesteld. Waarheen de spullen werden gebracht werd tegen de familie niet gezegd.

Waar de heer Kwanten heen werd gebracht was in eerste instantie niet duidelijk, of hij per auto of op andere wijze werd vervoerd is eveneens bekend. Zes weken lang hoorde de familie niets van of over hem. Er gingen geruchten dat hij naar de H.B.S. in Brielle gebracht was. Zeker is dat hij enige tijd in de Heesterhof in Oostvoorne werd vastgehouden en later naar de Politieke Gevangenis in Scheveningen werd overgebracht. Via familie in Den Haag kwam op 2 februari 1945 het bericht binnen dat het hem goed ging. Hij vroeg om broodbonnen. Gedroogd brood en vetwaren op te sturen. In die tijd gingen zijn dochter en schoonzoon regelmatig posten bij het veer in Brielle, want er waren aanwijzingen dat de heer Kwanten zou vluchten. Hij moest dan onmiddellijk aan een onderduikadres geholpen worden. Helaas is daar niets van gekomen omdat de broer van de heer Kwanten, die pogingen in het werk stelde om hem vrij te krijgen, bij een bombardement om het leven was gekomen.Ome Theo Kwanten en tante Lien web

Op 18 mei 1945 kreeg de familie van het Nederlandse Rode Kruis, afdeling Brielle, bericht dat het onderzoek naar de verblijfplaats van de heer Kwanten helaas niets had opgeleverd. Op 31 mei echter, 1945 kwam het bericht van het Nederlandse Rode Kruis uit Amersfoort dat de heer Kwanten daar op 8 maart 1945 was gefusilleerd en op het kampterrein in een massagraf begraven was. Op 21 augustus 1945 heeft, na een poging tot identificatie van de slachtoffers in het massagraf, een herbegrafenis plaatsgevonden waarbij de familie Kwanten aanwezig was. Eerder al, waren vanuit datzelfde Amersfoort een jas, een horloge en sleutels die aan de heer Kwanten toebehoorden naar de familie gezonden.

Op 3 april 1947 werd aan de Rijksstraatweg een Oorlogsgedenkteken geplaatst. Het monument, waar jaarlijks op 4 mei tijdens dodenherdenking de kranslegging plaats vindt, bestaat uit een grijs- gele steen opgetrokken muur met daarin een stenen plaat, voorstellende een man die een fakkel draagt, de fakkel van het verzet.

Uit respect is In Nieuwenhoorn een straat naar de heer Theo Kwanten vernoemd.

Theo Kwanten samen met zijn vrouw Lien
en dochter Toos in de manufacturenwinkel.

Op 3 april 1947 werd aan de Rijksstraatweg
een Oorlogsgedenkteken geplaatst.